Taal beslaat de leerlijnen mondelinge taal en schriftelijke taal.
 
Communicatie en de woordenschat van kinderen is de basis voor het leren.
Kinderen zijn de hele dag omgeven door taal en communicatie.
De school wil een stimulerende en uitdagende omgeving zijn voor de kinderen.
In de omgang met de kinderen zijn de leerkrachten zich bewust van het aangepaste taalaanbod, dat ieder kind nodig heeft.

Vijf keer per week wordt gedurende drie kwartier taalonderwijs in niveaugroepen gegeven.
Deze niveaugroepen hebben een ontwikkelingslijn van leren spreken tot en met lezen, schrijven en spellen.
Ieder kind wordt twee maal per jaar getoetst. Afhankelijk van de uitslag van de toets vindt indeling in een niveaugroep plaats.


.